In deze les worden volgende klassen van functies onder de loep genomen:
De nadruk ligt steeds op elementaire bewerkingen, afleidingen, analyse van specifiek functiegedrag (zoals stijgen/dalen, extrema, buigpunten), alsook eenvoudige transformaties en substituties.
De eerste afgeleide van een functie
, genoteerd als , geeft de helling van de raaklijn aan de grafiek van op het punt met abscis . De waarde en het teken van zijn bepalend voor het verloop van de functie.De tweede afgeleide van
, genoteerd als , geeft de verandering van de richtingscoëfficiënt van de raaklijn en bepaalt het "buigen" van de grafiek.Voorbeeld 1: Bij
, geldt:Voorbeeld 2: Neem
.Het tekenverloop van een functie brengt in kaart op welke intervallen de functie positief, negatief, of nul is. Belangrijk bij veelterm- en rationale functies waarbij het gedrag rond nulpunten essentieel is.
Voorbeeld 1: Lineaire functie
Voorbeeld 2: Parabolische functie
Nulpunten via :Omdat hoofdtarm negatief:
Voorbeeld 3: Veeltermfunctie met Horner
Ontbinding via Horner:Nulpunten:
(multipliciteit 2), ,Tekentabel per factor:
Een raaklijn aan een functie
in een punt is de rechte die de grafiek van in dat punt slechts in één punt raakt en daar dezelfde helling heeft als .Voorbeeld
Bepaal de vergelijking van de raaklijn in :Beschouw
:Teken- en waardeoverzicht:
Het minimum wordt dus bereikt voor
met waarde .Beschouw
:Voorbeeld
Hier betekent
vervangen door een horizontale verschuiving naar links.Samenstelling van functies,
, betekent dat het beeld van wordt als invoer gebruikt voor .Voorbeeld Neem
, . Dan is .