Fysica

9.5 Het onafhankelijkheidsbeginsel bij meerdere krachten op eenzelfde lichaam

Introductie van het onafhankelijkheidsbeginsel bij meerdere krachten

Definitie

Het onafhankelijkheidsbeginsel stelt dat wanneer op één en hetzelfde lichaam meerdere krachten tegelijkertijd inwerken, de uitwerking van iedere kracht onafhankelijk is van de aanwezigheid van andere krachten. Dit betekent dat iedere kracht bijdraagt aan de totale (netto)versnelling zoals ze dat ook zou doen als ze afzonderlijk zou inwerken. De totale versnelling van het lichaam is dan het directe gevolg van de vectoriële optelling van alle afzonderlijke krachten.

Belangrijke concepten

  • Vectoriële optelling van krachten: Wanneer meerdere krachten op een lichaam werken, worden deze krachten samengeteld als vectoren. De richting en grootte van elke kracht bepalen hoe ze optelt tot de resulterende kracht.

  • Resulterende versnelling: Volgens de tweede wet van Newton is de versnelling van een lichaam volledig bepaald door de resulterende kracht. Deze resulterende kracht wordt gevonden door alle krachten die gelijktijdig inwerken als vectoren bij elkaar op te tellen.

  • Netto-invloed (nettokracht): De totale uitwerking op het lichaam wordt uitgedrukt via de nettopkracht, die de som is van alle afzonderlijke krachten. Het begrip nettokracht werd reeds behandeld als de totale kracht die inwerkt op een lichaam en is noodzakelijk om de resulterende versnelling te berekenen.

  • Individuele uitwerking blijft behouden: Ongeacht het aantal andere aanwezige krachten, beïnvloedt elke kracht het lichaam exact zoals het zou doen indien die kracht als enige zou werken. Hun effecten kunnen dus afzonderlijk en parallel geanalyseerd worden.

Formules en berekeningen

  • Som van krachten als vectoren: Fres=i=1nFi\vec{F}_\text{res} = \sum_{i=1}^{n} \vec{F}_i Hierin staat Fres\vec{F}_\text{res} voor de resulterende kracht en Fi\vec{F}_i voor elke afzonderlijke kracht die op het lichaam werkt.

  • Versnelling door nettokracht: a=Fresm\vec{a} = \frac{\vec{F}_\text{res}}{m} Hierbij is a\vec{a} de resulterende versnelling, Fres\vec{F}_\text{res} de som van alle krachten als vector, en mm de massa van het lichaam.

  • Elke kracht veroorzaakt zijn eigen deelversnelling: ai=Fim\vec{a}_i = \frac{\vec{F}_i}{m} De totale versnelling is de vectoriële som van deze deelversnellingen.

Praktijkvoorbeelden

Voorbeeld 1: Een blok van 4,0 kg ondervindt gelijktijdig een kracht van 6,0 N naar rechts en een kracht van 8,0 N omhoog.

  • Krachtvectoren: F1=6,0i^\vec{F}_1 = 6,0\,\text{N}~\hat{i} F2=8,0j^\vec{F}_2 = 8,0\,\text{N}~\hat{j}

  • Netto kracht: Fres=(6,0N,8,0N)\vec{F}_\text{res} = (6,0\,\text{N}, 8,0\,\text{N})

  • Grootte netto kracht: Fres=6,02+8,02=10,0N|\vec{F}_\text{res}| = \sqrt{6,0^2 + 8,0^2} = 10,0\,\text{N}

  • Resulterende versnelling: ares=10,0N4,0kg=2,5m/s2\vec{a}_\text{res} = \frac{10,0\,\text{N}}{4,0\,\text{kg}} = 2,5\,\text{m/s}^2 Gericht onder een hoek arctan(8,06,0)53\arctan\left(\frac{8,0}{6,0}\right) \approx 53^\circ boven de positieve x-as.

Voorbeeld 2: Op een lading werkt voor één moment een elektrische kracht van 5,0 N naar het oosten, terwijl een magnetische kracht van 12,0 N naar het noorden werkt.

  • F1=5,0(oost)\vec{F}_1 = 5,0\,\text{N}~(oost)

  • F2=12,0(noord)\vec{F}_2 = 12,0\,\text{N}~(noord)

  • Resulterende kracht: Fres=(5,0N,12,0N)\vec{F}_\text{res} = (5,0\,\text{N}, 12,0\,\text{N}), grootte =13,0N= 13,0\,\text{N}

  • Het onafhankelijkheidsbeginsel impliceert dat de versnelling naar het noorden volledig veroorzaakt wordt door de magnetische kracht, ongeacht de elektrische kracht en vice versa. Beide uitwerkingen kunnen dus onafhankelijk berekend worden en worden vervolgens vectorieel bij elkaar opgeteld.

Veel gemaakte fouten

  • Foutieve scalare optelling van krachten: Studenten neigen ertoe om krachten bij elkaar op te tellen zonder rekening te houden met hun richting, wat enkel correct is voor krachten in exact dezelfde richting.

  • Verwaarlozen van richtingen bij vectoriële optelling: Het negeren van het vectoriële karakter van kracht, waardoor de resulterende kracht onjuist wordt bepaald.

  • Vergeten individuele uitwerkingen te berekenen: Studenten vergeten soms dat elke kracht haar uitwerking behoudt, wat leidt tot verwarring of foutieve conclusies over de resulterende versnelling.

  • Massa vergeten te verdelen over afzonderlijke krachten: Bij berekening van de deelversnellingen wordt soms de totale kracht gebruikt in plaats van elke kracht afzonderlijk over de massa te verdelen.

Test je kennis met deze examenoefeningen