Biologie

Transcriptie is het proces waarbij de genetische informatie van een DNA-streng wordt gebruikt om een complementaire mRNA-streng te synthetiseren. Dit vindt plaats in de celkern van eukaryoten.

Er zijn geen complexe formules, maar het functioneel onderscheid:

Transcriptie is het enzymatisch proces waarbij informatie op de template-streng (antisense-streng, 353'→5') van het DNA wordt gekopieerd naar een complementaire mRNA-streng (535'→3').

Post-transcriptionele modificaties zijn enzymatisch geleide veranderingen aan het pre-mRNA-molecuul, direct na transcriptie maar vóór transport naar het cytosol, met als doel functioneel, stabiel mRNA te genereren.

Splicing is het proces waarbij niet-coderende sequenties (introns) uitgesneden worden uit het pre-mRNA, gevolgd door het aaneenvoegen van coderende regio's (exons), waardoor mature mRNA ontstaat dat kan worden vertaald.

Capping en poly-adenylatie zijn post-transcriptionele modificaties van het mRNA die bescherming en stabiliteit bieden, alsook noodzakelijk zijn voor correcte translatie-initiatie.

De genetische code is het regelsysteem waarmee groepen van drie nucleotiden (codons) op het mRNA worden vertaald naar specifieke aminozuren tijdens de eiwitsynthese.

(*Overige codons voor andere aminozuren worden analoog ingevuld volgens hetzelfde schema in de volledige codontabel*)

Belangrijke notaties: - Startcodon: AUGAUG (Methionine) - Stopcodons: UAAUAA, UAGUAG, UGAUGA

Het tRNA (transfer RNA) is een relatief klein, enkelstrengig RNA-molecuul met een karakteristieke klaverbladstructuur, dat als adaptormolecuul fungeert tijdens de translatie door één eind aminozuren te binden en met het andere eind specifieke codons op het mRNA te herkennen (anticodon).

Ribosomen zijn grote ribonucleoproteïnes opgebouwd uit één kleine en één grote subeenheid, bestaande uit ribosomaal RNA (rRNA) en ribosomale eiwitten. Ze orchestreren de eiwitsynthese via translatie.

Post-translationele modificaties zijn covalente, enzymatische veranderingen aan een polypeptideketen na zijn synthese, vaak onmisbaar voor de uiteindelijke structuur en functie van het eiwit.

Test je kennis met deze examenoefeningen